Sinds 1 januari 2016 is de wet modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen van kracht.

Om te bepalen welke activiteiten vennootschapsbelastingplichtig zijn, hanteert de fiscus 3 criteria:
- Deelname aan het economisch verkeer, d.w.z. kan de activiteit ook door een niet-overheid worden uitgevoerd.
- Structureel creëren van een overschot, d.w.z. meerdere jaren winst maken.
- Organisatie van arbeid en kapitaal, d.w.z. mensen en machines/gebouwen.

Op basis van deze criteria zijn de jaarrekening 2016, de voorlopige jaarrekening 2017 en de begroting 2018 getoetst. De gemeente gaat er nog steeds vanuit, dat zij alleen met haar actieve grondbeleid vennootschapsbelastingplichtig is. Dit is, met onderbouwing, aldus gecommuniceerd naar de fiscus. Mocht de fiscus tot andere conclusies komen t.a.v. de VPB-plicht, dan zou dat consequenties kunnen de te betalen VPB-plicht over 2016 en 2017.

Op basis van de werkelijke inkomsten en uitgaven in 2017 ramen wij de VPB-last 2017 op €_328.000. Deze raming is gemaakt op basis van de grondexploitaties waar in 2017 verkoop-opbrengsten gerealiseerd in 2017. Algemene regel bij het bepalen van de fiscale winst is het moment van verkoop. Dit in afwijking van de regels van de BBV, waarbij gekeken wordt naar de procentuele voortgang van de exploitatie. Sowieso gelden voor de vennootschapsbelasting andere waarderingsregels dan volgens de BBV.

De fiscus heeft voor 2017 een voorlopige aanslag opgelegd van €522.465; dat is begin 2017 betaald. De fiscus baseert de schatting op basis van de VPB-aanslagen van de voorafgaande jaren. De Raad heeft met de Najaarsnota 2017 besloten om de voorlopige VPB-aanslag 2017 te dekken uit de reserve grondbedrijf. Dit samen met de hoger geschatte VPB-last over 2016 van €27.500.
De raming VPB-last in de jaarrekening 2017 is lager dan de voorlopige aanslag, als gevolg van de archeologische vondsten in Het Klooster. Deze leiden tot hogere kosten. Daarnaast leidt een gemiddeld hogere m2-prijs tot hogere opbrengsten, zowel in 2017, als in de toekomst.

De VPB-last is nog steeds een raming, omdat er op een paar belangrijke punten nog steeds geen duidelijkheid is gegeven over de fiscale winstbepaling over de grondexploitaties.

Nu de geraamde VPB-last over 2017 €195.000 lager is dan de voorlopige aanslag stellen wij voor dit bedrag dit te laten terugvloeien in de reserve grondbedrijf. Dit analoog aan het besluit in de najaarsnota. De €195.000 die teveel betaald is aan de fiscus vindt u terug op de balans bij overlopende activa.